Opkweek
Ondanks dat ze in gevangenschap zijn geboren, zijn schildpadden wilde dieren die op geen enkele manier zich aan ons klimaat kunnen aanpassen.
Het is eenvoudiger een groep van meerdere schildpadden gezamenlijk op te kweken. De dieren eten beter en zijn actiever.
Een uitwasbare behuizing b.v. een kunststof caviabak kan in het begin uitstekend van dienst zijn als opkweekterrarium. De bodem kan gevuld worden met een dikke laag van ca. 10 cm. cocospotgrond het liefst zonder toevoeging van mest e.d. Ter decoratie en als schuilmogelijkheid kan een stuk kurkschors met een holle kant gebruikt worden.
Het substraat dient vochtig gehouden te worden.
In het geschikte substraat graven de dieren zich graag in om te slapen, of om te schuilen voor te grote hitte. De oppervlakte van het substraat kan gedeeltelijk droog blijven, zodoende kun je ook gemakkelijk de gedroogde mest van de dieren verwijderen. Niet vermengd zand dient vermeden te worden aangezien de dieren dit met de voedselopname binnen kunnen krijgen, en zo darmverstopping kunnen veroorzaken.
Luchten is belangrijk anders treed schimmelvorming op.
Op zonnige dagen kan de opkweekbak buiten neergezet worden. De dieren nemen graag een zonnebad en krijgen op die manier het belangrijke UV licht. Een schaduwplekje moet wel beschikbaar zijn i.v.m. oververhitting.
De bovenkant van de bak ten allen tijde beschermen door gaas o.i.d. i.v.m. vijanden zoals honden, katten, vogels en marters.
Droge nachten met temperaturen van over de 15 graden C. kunnen zonder schade buiten doorgebracht te worden en is dan ook sterk aan te bevelen.
Tijdens koelere dagen wordt de bak binnen neergezet. Een minimale omgevingstemperatuur van 18 graden C. is voldoende. Een lampje aangebracht in een hoek kan plaatselijk de temperatuur verhogen tussen de 30 en 35 graden C. Een bodemverwarming is niet nodig en zorgt tevens voor een te snelle uitdroging van het bodemsubstraat.
Voedsel
Het voedsel dient i.v.m. vitamines dagelijks vers aangeboden te worden. Ook de jonge dieren zijn in gevangenschap echte planteneters.
Het hoofdvoedsel bestaat uit paardebloem, lattugasla, witte en rode klaver, herderstasje, zachte distel (vooral de bloemen gelden als lekkernij), smalle en brede weegbree en winde.
Geef geen vlees zoals honden of kattenvoer, lever, hart etc., ondanks dat de dieren dit heel graag eten.
Koolhydraat rijk voer in de vorm van muesli, deegwaren etc. is uit de boze.
Sepiaschalen zijn goed als calciumvoorziening en zijn tevens goed voor het slijten van de hoornlaag op de boven en onderkaak.
Het in de handel verkrijgbare droogvoer is over het algemeen niet geschikt voor de opkweek van landschildpadden. Het vaak hoge eiwitgehalte leidt tot een kwalitatief slechte groei en kan de nierfunctie ernstig beschadigen.
De meeste groente en fruit hoort niet op de menukaart. Tomaten worden weliswaar graag gegeten, dienen echter vermeden te worden, daar ze, net zoals bij bananen, een fosforoverschot hebben, welke secundair tot een calciumtekort in de dieren veroorzaken.
In de natuur komt het hooguit tot een verdubbeling van het geboortegewicht in twee jaar.
In gevangenschap kun je rekenen op een te snelle groei.
Vocht
Elke schildpad heeft water nodig. Water zorgt voor een uitgebalanceerde stofwisseling en is een belangrijk voor de uitscheiding van ureum.
Geef dagelijks vers water. Let erop dat sommige exemplaren alleen badend drinken! Veel dieren zetten hun mest bij voorkeur af in het water.
Uitscheidingen
De mest van de kleine schildpadjes moet vast, worstvormig en donker van kleur zijn.
De ureum is enerzijds waterig tot slijmerig en doorzichtig, anderzijds wordt het wateronoplosbare ureumzuur als witte brij uitgescheiden.
Winterslaap
Het kan zinvol zijn de dieren reeds in het eerste levensjaar, gezien hun herkomst een winterslaap te geven.
De winterslaap kan dan 2 tot 3 maanden duren bij een temperatuur tussen de 2 en 6 graden Celsius.
Het kan gebeuren dat sommige jonge dieren deze eerste winterslaap niet overleven.
Dit komt overeen met een natuurlijke selectie. Zwakke dieren sterven ook zonder winterslaap vroeg of laat.
De verlichting wordt vanaf oktober verkort. Gedurende de eerste veertien dagen van een veertien dagen durende voorbereidingfase wordt de voeding gereduceerd en daarna gestopt.
De schildpadjes moeten met een lege maag in winterslaap.
Gedurende de volgende dagen wordt de temperatuur geleidelijk aan verminderd, zodat de dieren hieraan kunnen wennen.
De winterslaap kan in hun behuizing plaatsvinden. Het substraat wordt ververst met bv. cocospotgrond en eventueel wat bladeren van eiken of beuken. Genoeg vocht verhindert het uitdrogen van de dieren.
De winterstalling dient uiteraard muizezeker te zijn , tochtvrij en redelijk geluidsarm.
Controleer regelmatig temperatuur en vochtigheid.
Wanneer de termijn van slapen voorbij is kunnen de dieren weer tevoorschijn gehaald worden. Hierbij wordt de temperatuur geleidelijk aan verhoogt.
Verlichting en voedering kan weer beginnen.
Hygiëne
Voedselbordjes, drink en badschaaltjes dienen dagelijks met heet water schoon gemaakt te worden en voor gebruik gedroogd te worden.